Woonschool Anthonieplein.
Veel steden in Nederland hadden in de eerste helft van de vorige eeuw te maken met grote sociaal-maatschappelijke problemen in achterstandswijken. De laag geschoolde bewoners werden veelal beschouwd als ontoelaatbaar, onmaatschappelijk en asociaal. Voor deze mensen werden landelijk woonscholen opgericht. Een woonschool was geen school, maar een wijk, waar probleemgezinnen onder toezicht werden gehuisvest en heropgevoed tot modelburgers - althans, dat was de bedoeling. Hier bevond zich meestal ook het centrale badhuis. In een woonschool kregen de bewoners begeleiding op het gebied van het huishouden, budgetteren, persoonlijke hygiëne en voor de mannelijke bewoners het afzien van alcohol.
De bewoners waren onderverdeeld in klassen, van asociaal tot kansrijk. Met kansrijk werd bedoeld dat ze kans maakten om in een gewone wijk te gaan wonen. In de praktijk werkte het concept van de woonschool nauwelijks, vaak werden bewoners er eerder slechter dan beter van, omdat slecht gedrag elkaar leek te versterken. Bovendien kregen bewoners van een als woonschool aangemerkte buurt vaak een stigma opgeplakt, wat hen zeker niet hielp uit hun achterstandsituatie te komen. Mensen uit woonscholen konden door het stigma moeilijk aan werk en andere huisvesting komen.
Een van die woonscholen was het Anthonieplein, dat bezijden de Loevenhoutsedijk lag, op de plek waar nu de Miltenburgbuurt is. In 1948 werden daar 40 volkswoningen gebouwd. Omdat het Anthonieplein grensde aan de beruchte Roode Brugbuurt, vond de directeur van gemeentewerken van Utrecht, dat het Anthonieplein onvoldoende afgezonderd was en stelde voor om er een muur rond te bouwen, maar de gemeenteraad vond dat niet nodig.
Aan de voorzijde van het plein werd in 1951 een opzichterwoning gebouwd, een bovenwoning, met daaronder een badhuis, een kantoor en wat lokalen. De bewoners van het Anthonieplein moesten daar in het weekend verplicht douchen. Later mochten daar ook de bewoners uit de Roode Brugbuurt douchen. De kosten daarvoor waren 25 cent, maar dat was beter dan thuis onder de koude kraan. Vanuit het gebouw kon de opzichter vanuit zijn bovenwoning het plein goed in de gaten houden, hij zag vooral toe op de opvoeding van de kinderen en de huishouding.
Het waren zeer creatieve mensen, er was onder andere een spellen club, een toneelclub en een zangkoor. Dit alles stond onder toezicht van de Stichting beheer en exploitatie volkswoningen. De bewoners waren niet blij dat ze de stempel 'asociaal' opgedrukt hadden gekregen, er kwam onvrede en er ontstond steeds meer kritiek op de werkwijze van de woonscholen. Door de toenemende welvaart, het grote werkaanbod en de verbeteringen in de sociale voorzieningen, werd de begeleiding door de Stichting in de jaren zestig steeds minder gewenst. Als gevolg hiervan, verzocht het Stichtingsbestuur eind 1973 het College van Burgemeester en Wethouders om een spoedige opheffing van de Stichting Volkswoningen. Op 16 augustus 1974 besloot de gemeenteraad tot opheffing van de woonschool en zijn de bewoners naar elders verhuisd. In eerste instantie was het de bedoeling om in de leeggekomen woningen bejaarden te huisvesten, maar de gemeente besloot om het Anthonieplein af te breken en te vervangen door nieuwbouw.
Het enige dat nog herinnert aan het Anthonieplein is de opzichterswoning.
GvV - UN.



Aan de voorzijde van het plein werd in 1951 een opzichterswoning gebouwd, een bovenwoning, met daaronder een badhuis, een kantoor en wat lokalen. Vanuit zijn bovenwoning kon de opzichter het plein goed in de gaten houden. Er werd vooral toegezien op de opvoeding van de kinderen en de huishouding. De woningen hadden geen achteruitgang, terwijl er achter iedere woning een stuk grond van 6 á 7,5 meter lengte lag. De gemeente stelde de raad voor om hier verandering in te brengen en de grond beschikbaar te stellen voor achtertuinen. De raad ging akkoord. Om vanuit de huizen toegang tot de tuinen te krijgen moesten raamkozijnen in deurkozijnen veranderd worden. Ook werd een pad achter de huizen aangelegd en werden tussen de woningen schuttingen geplaatst.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Een eigen voetbalclub: Het grasveld dat tussen de woningen lag, werd dagelijks gebruikt als voetbalveld. Er werd vaak tegen andere buurten gespeeld, een begin van een eigen voetbalclub. Op initiatief van de directeur van de stichting volkswoningen, de heer G. Duitemeijer, is S.V. Rapid ’57 opgericht. Bij de feestelijke opening van het sportterrein heeft wethouder H.Ploeg de aftrap verricht. De wedstrijd is onder leiding van de bekende oud scheidsrechter J. van Daal gespeeld. Oud Elinkwijker Otto Blom werd aangetrokken als trainer. Het bestuur is samengesteld uit de heren C.A. Wever voorzitter, H.Bouwhuizen secretaris, J.B. Meijering penningmeester en de commissarissen, K. van Wijngaarden, H. Hasenbos en C. de Jager.
S.V. Rapid ’57 is met 1 senior en 2 jeugdelftallen in de competitie van de afdeling Utrecht gaan spelen. Het speelveld lag achter de huizen van het Anthonieplein, waar nu sportpark Loevenhoutsedijk ligt. De opzichterswoning werd gebruikt als kleed en wasgelegenheid. De ingang naar het veld was aan de Inundatiekade, waar je via een bruggetje het veld op kon. De spelers hadden een eigen ingang, die gingen vanaf de opzichterswoning via een loopplank over een sloot naar het veld.
Elftallen van Rapid ’57 en En Avant.

Staande: Rapid ’57, Kreeftmeijer, Werkmeester, Kapoen, Veenstra, de Bruijn, Schrenke, den Daes, Di Rizo, Wever, van de Velde, van de Steen en links op de voorgrond leider Vallenduuk. Voorste rij: En Avant, met J.Thomassen, Buijs, Beekink, van Soest, Engelberts, Kerkhof, Landzaat, Nieuwenhuijs, Zijsling, C.Thomassen en de Bie.
Buurtvereniging
Net als de Hoogstraat en de Loevenhoutsedijk had het Anthonieplein ook een buurtvereniging, Sint Moritz, genoemd naar de natuurijsbaan die om de hoek lag. Na het eerste buurtfeest hebben ze boer Elders, die tegenover de ijsbaan woonde, gevraagd of zij hun erepoorten bij hem in opslag mochten leggen. Boer Elders, die nogal last van bewoners van het Anthonieplein had zei het prima te vinden, maar voegde er aan toe dat hij dan geen last meer van ze wilde hebben en als ze nog één keer hout jatten zouden jatten, of achter het vee aan zouden zitten, hij de erepoorten in de fik zou steken. Daarna heeft hij nooit meer last van ze gehad.



Kinderoptocht vijf jarig bestaan 1962.
Kinderoptocht 1965.
Beatband de Bats uit Den Haag.
Krantenbericht Utrechts Nieuwsblad 1965.
Toen de huizen op het Anthonieplein zo’n 15 jaar oud waren, waren er al regelmatig grote mankementen aan. Op nummer 24 waren de kozijnen zo slecht, dat daardoor hoogstwaarschijnlijk de ruiten geknapt zijn. Het gevolg was, dat de muizen waar de buurt zo rijk aan was, door de ramen naar binnen kwamen. De bewoner van het huis al had enkele keren muizen met klemmen gevangen en dat waren muizen met een forse afmeting. Na een reeks van klachten van de bewoner had de gemeente een aannemer gestuurd om de ramen op te meten, maar na twee maanden waren er nog steeds geen herstelwerkzaamheden verricht. Ondanks dat de huurder karton voor de kapotte ramen had gezet en er een gordijn voor had gehangen, was de slaapkamermuur vochtig geworden, ook het beddengoed was aangetast.
Omdat alle klachten bij de bouw en woningdienst niet werden aanvaard heeft de bewoner overwogen de huur van fl 10,30 huur per week in te houden. Het was zelfs zo erg, dat de telefoon een keer op de haak geworpen werd toen het gesprek nog maar nauwelijks was begonnen. Via de opzichter van het Anthonieplein kwam er eindelijk een reactie van de gemeente, en toen kwamen de smoesjes. Het zou gaan om speciale maten, die niet direct geleverd konden worden. Ook zou de opzichter van bouw en woningdienst enige tijd ziek geweest zijn, waardoor hij zijn functie niet uit had kunnen uitoefenen. Verder kampte de dienst met een tekort aan werknemers.
Uiteindelijk werd contact opgenomen met de fabriek die de kozijnen en ramen zou maken en werd toegezegd dat binnen een week geleverd zou worden.
De fabrikant hield woord en kon eindelijk worden begonnen met verbetering van de woning. Twee jaar later zijn de huizen afgebroken.


De vierjarige Sonja op een van de bedden in het vochtige slaapkamertje.
Mevrouw van Woudenberg had karton voor de kapotte ruiten gezet.
Reactie plaatsen
Reacties
Er was ook een andere naam voor het anthonyplein welke was dat ?
Het was geen officiƫle naam
Met vr gr