Vader en zoon Hatzman. 

Opa Hatzman was in de jaren '50/'60 mijn overbuurman. Hij woonde op de hoek Hoogstraat/Loevenhoutsedijk. Bij zijn huis had hij een grote bloementuin, die vol stond met allerlei soorten Dahlia’s, die hij verkocht aan mensen uit de buurt en voorbijgangers. Opa Hatzman werd bijgestaan door zijn huishoudster. In mijn herinnering was dat een oudere dame die de sik genoemd werd. De reden hiervan was dat ze een paar enorme harige uitsteeksels op haar kin had. 

Mijn moeder kocht altijd Dahlia’s bij hem, die vaste prik op de grote tafel in de achterkamer gezet werden. Het waren mooie bloemen, altijd vers, maar er kropen voortdurend oorwormen uit, die dan vrolijk over het tafelkleed wandelde. Voor opa Hatzmans huis stond een ijskarretje, vanwaar hij torentjes schepijs verkocht. Je moest dan wel even op het raam van zijn woonkamer kloppen. Eind jaren ‘50 begin jaren ’60 verhuurde hij kamers aan de eerste Marokkaanse gastarbeiders. Achter zijn huis stond een grote houten loods, waarin zijn zoon Ulrich die aan de overkant woonde, een  tweedehands autohandel, annex reparatie en spuiterij runde. Soms moest zo'n auto opgeknapt worden en mochten zijn zoon en ik, beide 12 jaar oud, weleens helpen. Meestal moesten we een auto uitvegen, wassen en poetsen. Als zo'n auto klaar was, ging de buurman zo snel hij kon met de auto naar de automarkt aan de Croeselaan. 

Toen een kennis van de buurman een auto bij hem kocht, wilde hij die in een andere kleur gespoten hebben. De buurman die nog nooit een auto had gespoten, zei het geen probleem te vinden en vroeg de koper welke kleur het moest worden. De koper hoefde daar niet lang over na te denken, dat moest zeegroen worden. Zijn zoon  en ik mochten de auto schuren. Hij deed het één keer voor en zei ons lichtjes te schuren, want er mochten geen krassen in het metaal komen. Enthousiast begonnen we te schuren, zo enthousiast, dat we de verflaag er op sommige plaatsen vanaf schuurden en er hier en daar toch wat krasjes zichtbaar werden. 

Niks aan de hand zei de buurman, die krasjes vloeien met het spuiten wel dicht. Nadat we de ruiten, de wielen en het nikkelwerk hadden afgeplakt, maakte de buurman de verf op de juiste dikte en ging hij aan het spuiten. Toen het spuitwerk klaar was, liep hij in de slecht verlichte en stoffige schuur nog even met een looplamp om de auto heen en sprak de woorden: ziet er goed uit jongens. Toen de auto de volgende dag naar buiten ging, viel het in daglicht toch wat tegen. De kleur was groen, maar zeegroen? Ook waren er hier en daar wat krasjes zichtbaar en waren er ook nog wat zakkers te zien. Toen de koper de auto kwam ophalen, stond hij minuten lang naar de auto te staren. Samen met de buurman liep hij om de auto heen en deed dat nog eens. Ineens begon hij over de auto te wrijven. Iedereen was doodstil, tot de koper de stilte verbrak…. en zei: hij is mooi geworden hé, ........ dat was een hele opluchting. 

Aan de activiteiten van de Hatzmans kwam een eind toen eind jaren '60 het huis van opa werd afgebroken. 

G.v.V. 

Opa Hatzman, de schuur waar de auto gespoten werd, de dahlia tuin achter het hek en het hoekhuis Hoogstraat/Loevenhoutsedijk waar opa samen met zijn huishoudster woonde. Het blokje huizen is eind jaren '60 afgebroken. Op de plek waar de huizen stonden is nu een ongebruikt grasveldje. 

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.