De jeugdjaren van Cor van Straalen in de oude Roode Brugbuurt.

In de boerderij waar  in nu Stella Maris huist, woonde in mijn jeugdjaren tuinder Klaarenbeek. De boerderij stond met nog wat bedrijfjes verscholen achter de huizen van de Jagerskade en de Anthoniestraat. Er was veel bedrijvigheid op dat terrein, er zat een doe het zelf zaak, houthandel de Roode Brug, metaalwarenbedrijfje  Lumeta en particulieren die in een gehuurde oude loods wat bij klusten. Aan de achterkant van de Jagerskade stond een piepklein huisje, dat tegen het kaaspakhuis van de Jagerskade en het metaalwaren fabriekje stond. Ook op de Jagerskade was veel bedrijvigheid. Daar zaten onder andere: bakkerij Boonzaaijer, café Murk, kruidenier van de Brink en een kaaspakhuis.  

Mijn opa en opoe woonden naast het kaaspakhuis en hadden daar een sleutel van, met de bedoeling daar een oogje in het zeil te houden. Maar die sleutel nam ik wel eens stiekem mee en dan pikte ik samen met mijn vriendje wat kaas en aten dat meteen op, daar merkte dus niemand wat van. Als je aan de achterkant het huis van opa en opoe uit ging, kwam je bij een pad dat naar het land van Klaarenbeek liep. Klaarenbeek verbouwde daar verschillende soorten groenten, die hij vanuit de boerderij verkocht en daar ook mee langs de weg ventte. Daar klommen we over een hek en kwamen we op een terrein war met loodsen en schuren stonden.   

De meeste loodsen waren verhuurd aan particulieren, in sommige loodsen zaten bedrijfjes. Mijn opa had op dat terrein ook een loods, met varkens, kippen, konijnen, een paard en heel veel ratten. Tegen over de loods van mijn opa stond het metaalwaren fabriekje, wat mijn eerste baas was. Door een bedrijfsongeval heeft daar in 1955 een flinke brand gewoed. Naast de loods van mijn opa zat mijn ome Kees, die daar zijn Ford had staan. Als ik hem ergens mee had geholpen, mocht ik als een soort beloning op zijn bromfiets rijden. Karel Donk, een oud buurtbewoner (de Prik), had daar een schuur met geiten en een broeikas met tomaten. Daar hebben mijn kameraad Henny Bekker en ik er heel van gepikt.

Het binnenterrein hoorde bij de Anthoniestraat en als je daar vanaf ging, woonde aan de linkerkant de opa en oma van Joop van Mourik, oud voetballer van DWSV en later FC Utrecht, aan de rechterkant woonde zijn tante. Een deur verder woonde Verhoef, ook wel paling genoemd, een scharrelaar in van alles en nog wat. Dan had je de ingang van Lumeta, daarnaast woonde Kentie de orgeldraaier en daar naast mijn schoolvriend Joop de Wilt. Het laatste gebouw was de bakkerij van Boonzaaijer. Bij Boonzaaijer de hoek om was de Jagerskade. Naast Boonzaaijer stonden twee huisjes waar de families de Rooij en Godee woonden, daar naast zaten café Murk en kruidenier van de Brink. Aan de Anthoniestraat stonden nog een paar huisjes tegen de dakpannen fabriek, waar de families van de Haar en Goedee woonden. Eind jaren '60 zijn de meeste huizen en bedrijven daar afgebroken en is de Anthoniestraat Loevenhoutsedijk geworden.

 

Toen de huizen rond het binnenterrein afgebroken werden, werd het binnenterrein zichtbaar. De auto's/sloopauto's behoorden toe aan de autohandelaren. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.