De aardige slager.
Op de hoek van de Loevenhoutsedijk/Anthoniedijk, de oude dokterspraktijk, zat voorheen slagerij Veldkamp. Toen ik daar met mijn vriend Willem Dekker voor mijn moeder een onsje worst moest halen, (poffen) vroeg de slager of wij de verwerkte beenderen naar de benenfabriek wilde brengen. Nou, dat wilden we wel. Met de mand tussen ons in liepen naar de kluif, zoals ze dat noemden. Na de weging werd ons verteld dat we de beenderen moesten storten op de beenderhoop.
De weg daar naar toe had iets van een Horror film. We zagen eerst een man met een bijl hoefijzers van paardenbenen afslaan en bij de beenderopslag beenderen op en neer gaan. Die beenderen bewogen niet uit zich zelf, dat deden ratten, die zich tegoed deden aan het vlees dat nog aan zat. Nadat de mand geleegd was, gingen we terug naar de weegafdeling om de lege mand te laten wegen. Met het weegbriefje stevig in mijn hand gingen we naar het kantoor en toen we langs de bedrijfskantine kwamen, zagen we daar een enorme opgezette rat boven de deur hangen. Toen we daar met open mond naar stonden te kijken, vertelde een medewerker (voor zover dat waar was), dat die rat 63 cm lang was, de grootste die ze daar ooit gevangen hadden. Op kantoor kregen 65 cent voor de ingeleverde beenderen.
Het geld mochten we houden, daar deed de slager 5 cent bij, zodat we eerlijk konden delen. Dolblij gingen we naar huis, met een gepoft onsje worst en ieder 35 cent.
G.v.V..

De berg waar we de beenderen gestort hebben.
Reactie plaatsen
Reacties