Vinkenkade.

Langs de Vecht ontstonden kort voor het jaar 1400 de eerste steen, pannen, tegel en pottenbakkerijen.  Op oude kaarten is op de locatie van de huidige Vinkenkade langs de Vecht bebouwing te zien, huizen die haaks op de rivier staan. De oudste kaart waarop een serie gebouwen staat ingetekend is met een doorgaande weg langs de Vecht aan de voorzijde, de voorloper van de Vinkenkade. Op de achterterreinen van de huizen langs de Vinkenkade waren in ieder geval pottenbakkers gevestigd. Op een kaart van 1629 staan op het terrein achter de huizen langs de Vinkenkade diverse vrij smalle en lange structuren afgebeeld, die wellicht schuren of werkplaatsen moeten voorstellen. Op dit perceel staan deze schuren zowel haaks op de richting van de Vecht als parallel aan de huizenrij langs de Vecht. Overigens zijn op dezelfde kaart identieke schuren afgebeeld op diverse plaatsen langs de Vecht, onder andere ook aan de overkant van de Vecht. Het is mogelijk dat dit droogschuren en/of opslagschuren voor dakpannen, bakstenen of tegels zijn. Op de kadasterkaart van 1832 staan tussen de Vinkenkade en de Anthoniedijk schuren behorende bij de dakpannen fabriek. Van 1762 tot 1961 is de pannen en tegelfabriek de Roode Brug van de firma J.C. van der Schroeff en zoon daar in bedrijf geweest. Mogelijk is met de komst van de dakpannen fabriek de huizenrij met de daarbij behorende schuren/werkplaatsen langs de Vecht verdwenen, want aansluitend aan de dakpannen fabriek zijn vanaf 1856 weer woningen gebouwd, waarvan 3 arbeiderswoningen onder beheer van de gemeente. De gemeente verhuurde deze woningen aan hun bekende geschikte personen, tegen een zodanige prijs, dat de kosten van reparatie, belasting en assurantie er mee betaald kon worden. 

 

Dakpannen fabriek Roode Brug 1915. Op de achtergrond de Roode Brug, rechts daarvan de Jagerskade, met op de hoek bakkerij Boonzaaijer, Tussen de Vecht en de dakpannen fabriek werd vanuit een platte schuit klei gelost, daar lag een permanente kleihoop (kleihos), die gewild was bij de kinderen uit de buurt. Rechts het kantoor.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Vinkenkade 1925 en 1932

 

Toen een aantal oude woningen onbewoonbaar werden verklaard zijn die tot aan de sloop gebruikt als pakhuis of werkplaats. Pelie had rechts naast het nog bewoonde hoge huis. Rooie Kees van de Ham, de vader van Ulrich, woonde met zijn gezin in het bovenhuis. Zoals veel mensen in de buurt kluste Pelie ook wat bij en deed dat met het repareren van auto's. Buurtgenootje Klaasje Kronenburg, die een automonteurs opleiding volgde, was zijn hulpje en kijkt hier leergierig toe.

 

Pelie had ook wat met dieren. Toen hij op een keer van zijn werk thuis kwam zei hij tegen zijn zoon John: Ik heb wat voor je John, loop maar even mee naar de auto. Wat heb je dan pa, vroeg John. Kijk maar even in de auto zei pa. Toen John de deur van de auto open deed kwam er een bokkie te voorschijn. Dolgelukkig tilde John het beestje uit de auto en droeg het naar huis. De naam van het bokkie werd Kees. Kees zijn vaste adres werd de Vinkenkade, waar Pelie nog meer dieren hield. 'S nachts zat Kees in het pakhuis en op de dag voor de werkplaats op een stukje gras langs de Vecht. Omdat Kees wat beweging moest hebben ging John regelmatig met hem door de buurt. Bij Johns huis kreeg Kees altijd iets lekkers. Inmiddels was Kees een grote bok geworden en brak hij op een keer los van zijn standplaats. Toen hij aan de wandel was gegaan en in de Pijlstraat was aangekomen, kwam mevrouw Ludwig uit de Hoogstraat de Pijlstraat in lopen. Kees liep recht op haar af en mevrouw Ludwig, die Kees nog kende als het kleine bokkie, schrok zo van dat grote beest, dat zij gillend wegrende en van angst in haar broek plaste.

Buurtbewoner Joop Kuijer was erg gecharmeerd van Kees en vroeg aan Pelie of hij de bok met carnaval mee mocht nemen als mascotte. Kees werd met goedvinden van Pelie en John op de achterbank van Joop's auto gezet en voordat Joop achter het stuur zat, had Kees zijn hoorns al in het dak van de auto gezet, met het gevolg dat het dakhemel van de auto behoorlijk beschadigd was en er een paar flinke putten in het dak zaten.

 

Pelie was vrachtwagenchauffeur, hij reed op zandwagens van straatmakers bedrijven. Na het werk nam hij altijd zijn wagen mee naar huis en parkeerde die in het korte gedeelte van de Pijlstraat. Voor dat hij naar huis ging, mochten de kinderen uit de buurt nog even in de laadbak spelen. John maakte regelmatig een ommetje met Kees.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Brand aan de Vinkenkade.

In de nacht van 20 april 1979, brak brand uit in de werkplaats van Pelie. De brand werd ontdekt door buurtbewoner Peter Amo, die in zijn huis aan de Anthoniedijk wakker was geworden door lawaai. Toen Peter polshoogte ging nemen ontdekte hij de brand. Nadat hij thuis de brandweer had gewaarschuwd rende hij terug naar de  werkplaats. Met veel moeite slaagde hij er in de naast wonende familie de Ruijter te wekken. De man die invalide was, heeft hij het huis uitgedragen. Gelukkig had de brandweer de brand snel onder controle. Het nablussen duurde tot 6 uur in de ochtend. De de naast gelegen panden werden nat gehouden omdat deze door de windrichting ook gevaar liepen. Een in het pand gestalde caravan kon nog net op tijd uit het pand gehaald worden, ook de dieren, op één kip na, konden gered worden.

Door ontploffing van een gasfles klapten de scharnieren uit de openslaande deuren en zijn die met geweld opengeslagen. Het verhaal ging dat verhitte verfbussen gelanceerd zouden zijn en door het dak naar buiten zijn gevlogen. Toen Peter Amo de brand ontdekte stonden de deuren half open. Volgens Pelie heeft hij het pakhuis goed afgesloten en de stroom afgesloten. De politie veronderstelt dat de brand was gesticht, omdat kort daarvoor ook een brandje in de buurt was geweest

Enige tijd later, is met uitzondering van de oude pannenloods van de dakpannen fabriek, alle bebouwing aan de Vinkenkade afgebroken en zijn daar 6 eengezinswoningen en aannemersbedrijf Douze voor teruggekomen. Toen het aannemingsbedrijf is vertrokken is dat pand afgebroken.

In 2010 zijn aansluitend aan de 6 eengezinswoningen koop en huurwoningen gebouwd. 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Ad van der Woude
10 maanden geleden

Dakpannen fabriek Roode Brug 1915 werd in de volkmond ook wel 'panoven' genoemd