Afbraak woningen Loevenhoutsedijk jaren‘60.
Op de Loevenhoutsedijk was veel bedrijvigheid. Er zaten veel bedrijfjes, zoals slager Veldkamp, ijssalon / patatwinkel Jan Kraan, kolenhandel Seinen, hovenier van Zijl, groentehandel Koos Abbels, groentehandel Kools, sigaretten en sigarenwinkel Giltay, melkventer Nelemans, ijsboer / dahlia kweker Hatzmann, zijn zoon die aan de overkant woonde en tweedehands auto’s opknapte en verkocht en bloemenhandel Cobus de Rijk, de vader van, die op de plek waar nu de winkel is een bloemenstal, had en een bakfiets bloemen en planten uitventte. In het pakhuis van Kools zat later vishandel gebroeders van Schaik.
Piet Vermeulen (Piet de kont) verdiende naast zijn werk als monteur bij een pompenbedrijf wat bij met het repareren en verkopen van tweedehands motorvoertuigen. In de beginjaren repareerde hij op straat voor zijn huis, maar dat gaf veel rommel. Later had hij een werkplaats op het terrein dat achter de Anthoniestraat lag.
Er woonden veel bouwvakkers in de straat, die werkzaam waren bij de aan te leggen rioolwaterzuivering of in de nieuw te bouwen wijk Overvecht. Kolensjouwer was ook een gewild beroep, daar hadden we er 4 van in de straat. Onze buurman, meneer Baks, studeerde voor dominee. Maar het was vooral een goede tijd voor bouwvakkers.
Achter de huizen aan de noordkant, had hovenier van Zijl een tuinderij, maar toen de bouw van een rioolwaterzuivering aanstaande was, moest hij daar weg en is hij naar buiten de wijk vertrokken. Ook de huizen stonden op de nominatie gesloopt te worden. Tot dan mochten de bewoners een gedeelte van de vrijgekomen hoveniersgrond gebruiken. M’n vader wilde graag kippen hebben, dus was dit een mooie gelegenheid. Hij omheinde het stuk grond met zelf gemaakt gaas en zette er een kippenhok op. We kochten twaalf jonge hennen, waaronder een haantje. Dat waren niet zó maar hennen, maar echte Barnevelders volgens mijn vader. Ze werden gekocht op de veemarkt, die in die tijd aan de Croeselaan zat. 'Hij kocht er ook wat konijnen.
Toen de hennen echte kippen waren geworden liepen ze op de dag vrij rond, tegen de avond gingen ze het hok in. Als ze vrij liepen, liepen wij er vaak tussen. Maar op een of andere manier vond de haan dat maar niks. Vooral van mijn oudste zus moest hij niks hebben. Als zij er bij was, viel hij haar regelmatig aan en altijd van achteren. Mijn vader werd dat zó zat, dat hij besloot de haan te slachten. Maar zelf durfde hij dat niet, dus werd mijn ome Toon gevraagd dat te doen. Toen ome Toon de haan had gevangen, legde hij hem naast het afvoerputje en sloeg hij hem met een bijl zijn kop af. Even liet ome Toon de haan bij de put liggen om uit te bloeden, maar toen hij de haan weer op wilde pakken, ging die er tot grote schrik van de omstanders van door. Zijn vlucht eindigde tegen de keukenmuur, wat volgens ome Toon zijn laatste stuiptrekking was.
De kippen waren voor de aardigheid, maar natuurlijk ook voor de eieren, de konijnen waren voor de slacht met Kerst. Ook toen werd ome Toon gevraagd. De verdeling was, één konijn voor ome Toon, één voor eigen consumptie en de rest voor verkoop. De velletjes waren ook voor ome Toon, die verkocht hij aan een man die door de wijk liep en met luide stem riep: wie heeft er nog haaaaaaa..ze en knijjjjjjjj..ne vellen.
In 1955 ging de eerste paal de grond in voor de rioolwaterzuivering. De rijpaden op het bouwterrein, werden onder andere aangelegd met afval uit de smeltovens van staalfabriek Demka, die was gelegen aan de Amsterdamsestraatweg in de wijk Zuilen. De aanleg van deze paden geschiedde in de grote schoolvakantie en nieuwsgierig als we waren, hadden mijn vriendje en ik al snel door dat er grote stukken ijzer in dat afval zat. Iedere keer als er een vrachtwagen gelost werd, begonnen we meteen in het afval te wroeten en haalden we er grote stukken ijzer uit. Het ijzer dat vaak nog warm was, brachten we meteen bij schroothandel Bons aan het Zandpad.
We kregen er 12 cent de kilo voor, een leuk zakcentje.
Ergens midden jaren '60 is men begonnen met de sloop van de huizen, dat was nodig om een nieuwe weg aan te leggen tussen de nieuwe wijk Overvecht en de Omloop. Maar die nieuwe weg is er nooit gekomen, hoogstwaarschijnlijk niet omdat het gemotoriseerde verkeer de weg via de pas gebouwde Marnixbrug had gevonden. De Loevenhoutsedijk bleef zoals het was, maar wel met een braak liggend terrein, waar ooit ons huis had gestaan. Na de sloop van de huizen heeft de grond er zo’n 40 jaar ongebruikt bij gelegen. Uiteindelijk zijn er door vastberadenheid van het toenmalige buurtcomité, toch weer woningen gebouwd.
We hebben van 1944 t/m 1967 met veel plezier ter hoogte van het muziekhuis gewoond. We waren de laatste bewoners die vertrokken.
G.v.V.



Foto 1: Het laatste blokje huizen van de Loevenhoutsedijk dat nog afgebroken moest worden. In het hoekhuis woonde familie Abbels, die daar een groente en fruitstal had. Later werd het huis bewoond door de familie Nagelhout. De volkswagen is van autohandelaar Ulrich Hatzman, die aan de overkant bij zijn vader een werkplaats had. Ik woonde zelf op nummer 28, het vierde huis van achter. Op dit stukje Loevenhoutsedijk woonden van links naar rechts de families Abbels, later Nagelhout, Leffef, Hatzman, Blankenstein, later van de Velde en Blom, Baks, later van Schoonhoven, van Veenendaal, Vermeulen, Winters en Ludwig en Giltay, later Kirpensteijn.
Foto 2: Rechts op de hoek het huis van hovenier van Zijl hoek van de Anthoniedijk / Loevenhoutsedijk. Van Zijl had een tuinderij achter de huizen aan de noordkant van de Loevenhoutsedijk, maar de hovenier en de bewoners waren geen vrienden. Wel begrijpelijk, want hij moest sommige bewoners regelmatig van zijn land jagen als ze er groenten af wilde halen.
Foto 3: Hovenier Cornelis (Kees of Krelis) Verheul, de voorganger van hovenier van Zijl met familie en personeel op zijn land. Van links naar rechts: Jan van de Wetering (personeel), Jans, Corrie, Kees met Kees junior, Jans Kinnegam (echtgenote) en Harm Uiterwijk (personeel). Op de achtergrond de huizen van de Loevenhoutsedijk.


Foto 1: Vishandel gebroeders van Schaik ventte de vis uit met een bakfiets in de Utrechtse straten, kermissen, evenementen en markten. Als jochie ben ik een keer met één van de gebroeders (rooie Piet) in de vroege ochtend naar de markt op het paardenveld geweest om zijn kraam in orde te maken. Toen de kraam in orde was kreeg ik daarvoor een bedankje en een makreel, die hij zorgvuldig had uitgezocht. Die is voor je moeder jochie zei hij. Ik snelde naar huis met de makreel, maar volgens mijn moeder zat er een lucht je aan, dus kon die makreel meteen de vuilnisbak in.
Foto 2:
Jan Kraan is in de jaren '50 aan de Loevenhoutsedijk een ijswinkel met het heerlijke Jamin ijs begonnen.Het was een goedlopende zaak, die vooral op zondag veel klanten trok van langs fietsende mensen. Later bouwde hij de winkel uit tot een patatwinkel. Hij bakte zijn waar in een huis tuin en keuken frituur pannetje. Hij had ook een bami blok in zijn assortiment, volgens mij de lekkerste van Utrecht. Daar ging ik speciaal voor naar hém, maar er zat wel een maar aan, want je moest heel erg lang wachten voor dat de bamiblok in dat veel te kleine pannetje goed doorbakken was. Maar dan had je wel wat.



Eind jaren '60 werd met de afbraak van de huizen begonnen. Sommige mensen hadden een auto en vroegen zich af waar ze tijdens de sloop hun auto neer konden zetten. Tegenover de huizen was wel wat plaats, maar daar lag zoveel rommel, dat het lastig was om daar je de auto neer te zetten. Aan de andere kant van de straat was een wachtverbod. Het terrein waar de huizen hebben gestaan heeft zo'n 40 jaar braak gelegen. Uiteindelijk zijn er door vastberadenheid van het toenmalige buurtcomité rond 2010 huizen gebouwd.



Na de afbraak van de huizen en pakhuizen aan de zuidkant van de Loevenhoutsedijk is op die plek een flatje gebouwd. De huizen daarnaast zijn tot aan de cafetaria herbouwd door bewoners. Mede door vastberadenheid van het toenmalige buurtcomité, zijn er aan de noordkant weer woningen gebouwd.
Reactie plaatsen
Reacties
In 1892 woonde Casper van der Woude en Henderikje van Laar aan de Loevenhoutchendijk 6